Johan van Zanten

Werktuigbouwkundige Johan (24) bouwt eigen smederij

IN ZIJN ELEMENT

door ROB HAMMINK

EEMNES, vrijdag 8 maart 2013
   Hij houdt van echt, van mooi, van ambachten en hij is een man. Dus werkt de 24-jarige Johan van Zanten graag met zijn handen. "Niets mooier dan dingen maken. Vuur, ijzer. Hameren op een aambeeld. Dan ben ik op m'n gelukkigst."

Dat hameren levert in stilte, voor zover mogelijk, sinds drie jaar prachtige en exclusieve koksmessen op. Op tafel liggen zijn creaties op een rij, van een simpele uitvoering, die hij een paar jaar geleden maakte, tot de Van Zanten 220 waarvan het lemmet versierd is door verschillende staalsoorten te laten versmelten. "Opgebouwd uit tweehonderd lagen. Damast, of zoals Engelsen zeggen 'pattern welded steel'. Je kunt het vergelijken met houtnerven. Die techniek luistert heel nauw. Je moet de juiste materialen hebben en de juiste temperaturen aanhouden. De volgende stap is om te mozaïeken met staal. " Met gepaste bescheidenheid durft hij zijn toekomst nog niet als goudkleurig te omschrijven. Nu is nu... en nu probeert hij zijn afstuderen aan de hts (werktuigbouw) te combineren met de productie van koksmessen, made in Holland. Hij heeft deze week wel zijn topmodel weten te verkopen voor 1250 euro aan een bedrijf dat het gaat verloten als een relatiegeschenk. Dat is Nederland, maar er wordt stiekem gelonkt naar Azië en Amerika.

Nostalgie

"Daar waarderen koks een goed stuk gereedschap. In ons land kopen ze liever goedkoop spul, raggen dat af en wordt een mes weggegooid als het bot is. Ik houd niet van de wegwerpmaatschappij." Met gevoel voor nostalgie, dat je niet verwacht bij jongeren, stelt de smid:  "Vroeger deed een boer zijn halve leven met een zakmesje. Zo hoort dat. Goede spullen gaan jaren mee, misschien wel een heel leven. Je gaat samen een levensverbond aan."

'Messen zijn net vrouwen'

Als jong kind ontwikkelde Johan van Zanten zijn technische kennis op de hobbyzolder van zijn vader. Daar vond hij de juiste gereedschappen. Als tiener maakte hij al een stoommachientje en knutselde hij aan brommers, later aan auto's. Omdat hij echt terug wilde naar de basis van een oerambacht, werd hij smid en bouwde hij zijn eigen smederij waar hij ieder vrij uur staat te werken. Uitgaan of vakanties? Liever niet. De benodigde apparatuur maakte hij grotendeels zelf, zoals de propaanbrander, de gasoven en de hydraulische smeedpers. "Gelukkig vond ik ergens bij een boer een oude Russische tractor. Daar heb ik de onderdelen maar vanaf gesloopt."

Hij komt graag nog even terug op die gouden toekomst. "Ik heb uitgerekend dat ik met dat eerste verkochte mes, waar ik vijftig uur aan heb gewerkt en na aftrek van kosten, acht euro per uur heb verdient. Voor het geld hoef ik het niet te doen. Dan kun je beter achter de kassa gaan zitten. Bovendien heb ik ook nog eens een vriendin die aandacht en tijd nodig heeft. Keuzes."

Tussen mannen en messen zit een magisch verbond dat teruggaat tot de ijzertijd. "Onze voorouders bouwden een simpele oven en met de blaas van een dier werd het vuur heter en heter. En daar zaten ze dan: mannen onder elkaar. Hun handen maakten werktuigen die nodig waren om te overleven. "Van Zanten staart naar zijn messen, naar zijn ambachtelijke parels met goudkleurig beslag en handvatten van exotische houtsoorten. Het tot in detail afwerken, leerde hij van een Engelsman die in Duitsland een cursus gaf. "Nu ik ze zo zie liggen, zijn het eigenlijk vrouwen. Mooie rondingen, versierd en scherp."